Historievan het Eemklooster
Het klooster is gebouwd in 1932 en ontworpen door de architect B.J. Koldewey, in samenwerking met W.C.A. Kroese. Het kloostercomplex bestond uit een driedeling: een meisjesinternaat, het Lyceum “Onze Lieve Vrouw ter Eem” en de kweekschool “Sint-Agnes”. In totaal bood het Eemklooster een verblijfplaats voor ongeveer 500 zusters en meisjes. Het klooster O.L. Vrouw ter Eem behoorde tot de congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort, welke in 1822 is opgericht.
Tot 1981 was O.L. ter Eem een internaat voor meisjes. Bijzonder aan het internaat voor die tijd was dat iedere interne verbleef in een zogenaamde eigen chambrette. Wel waren er enkele dubbele chambrettes, specifiek voor zusjes. Daarna fungeerde O.L. ter Eem tot 2008 als een conferentiecentrum, vooral voor instellingen met ideële doelstelling. Het Eemklooster kent veel belangrijke gebeurtenissen. Zo logeerde Paus Johannes Paulus II tijdens zijn bezoek aan Nederland in 1985 in het klooster Onze Lieve Vrouw ter Eem. Ook werden hier van 1984 tot 1998 de vergaderingen van de Nederlandse Bisschoppenconferentie gehouden. Uiteindelijk zijn de laatste zusters in 2009 vertrokken.
Hetkloostercomplex
Het kloostercomplex is door de architecten ontworpen in de stijl van het traditionalisme. Het traditionalisme wordt gekenmerkt doordat het gebouw wordt bepaald door de bestemming; elk type bestemming levert karakteristieke vormen op. De vormgeving van de bouwstijl is sober en behouden. Ambachtelijkheid is te zien in de detaillering en het materiaalgebruik, van onder andere hout, baksteen, natuursteen en dakpannen. Het is een soort “gesamtkunstwerk”; een integratie met de aanwezige kunst, zoals beeldhouwwerken en muurschilderingen.
Het kloostercomplex is gebaseerd op het principe van kloosterhoven en verbindingen door middel van gangen en trappen, en is ontworpen vanuit een systeem dat groei en krimp in gebruik kan faciliteren. Het ordeningssysteem van gangen en hoven, verbonden door het overkoepelende dak, is flexibel en uitbreidbaar. Het daklandschap is het overkoepelende, samenhangende en bindende element. De sobere, ambachtelijke architectuur is tot in structuur en detail doorgezet. De gaafheid van het complex en de uniciteit heeft gezorgd voor een classificatie als Rijksmonument.
Verbinding met de omgevingen de stad Amersfoort
Het kloostercomplex is gelegen in zuidwesten van Amersfoort, en heeft lange tijd een afgesloten karakter gehad. Het klooster was van nature een afgesloten gebied / enclave. Hedendaags is het kloostercomplex en terrein verweven in verschillende gebieden. Zo is het klooster en haar terrein onderdeel van de Utrechtse Heuvelrug. Er is een sterke relatie tussen de groene gebieden rondom. Vanuit deze kant dringt het groen via het Bergkwartier de stad in. Het is een gebied met vele monumentale bomen en kenmerkt zich door een wijdvertakt fietsnetwerk.
Het gebied ligt tevens nabij de historische Wegh der Weegen van Jacob van Campen. Dit was een van de stadsentrees van Amersfoort. Door de Stichtse rotonde en aansluiting op de snelweg is het klooster goed ontsloten. Het klooster is gelegen naast het Bergkwartier, direct aan het militaire complex ‘de Bernhardkazerne’ (Vlasakkers) en nabij het centrum van Amersfoort (op ca. 8 minuten fietsafstand). De Prins Frederiklaan als verbinding met de stad heeft een prachtige zichtlijn op het klooster. Hoewel dicht gelegen bij deze verschillende gebieden, zondert het klooster zich nog wel enigszins af van haar omgeving door haar geborgen ligging, de hekken rondom het terrein en drukke verkeerswegen. Hier liggen kansen om het klooster opnieuw met haar omgeving en de stad Amersfoort te verbinden.